woonhuis

In de woning die de architect voor zijn eigen gezin ontwierp, is het gehele woonprogramma op de begane grond gesitueerd in een plattegrond van 7 bij 31 meter. De woning is geschikt voor een levenslang gebruik.

Aan de voorzijde ligt de woonkeuken die door verdiepingshoge ramen uitzicht geeft op de straat. De woonkamer en slaapkamer richten zich op de diepe tuin en grenzen aan patio's, waardoor de privacy gewaarborgd is en interieur en exterieur in elkaar overlopen. Op de verdieping bevinden zich een werkkamer en drie kinderslaapkamers.

Zowel binnen als buiten wordt de diepte van het perceel benadrukt. In het interieur vormt een langwerpig volume, dat als meubel is vormgegeven en waarin keukenblok, trap, badkamer en slaapkamer zijn opgenomen, de scheiding tussen keuken en woonkamer. Een lange gang naast het volume verbindt de voor- en achterzijde van het huis. In het exterieur is in het materiaalgebruik aansluiting gezocht bij de omliggende bebouwing uit de jaren vijftig.