Javascript is required to view this map.

zuid

Net als in het noorden van Tilburg, nam in de negentiende eeuw ook in het zuiden het aantal inwoners snel toe. Nabij de herdgang Korvel werd in 1850 de derde parochie van Tilburg gesticht. Ook rondom de herdgang Oerle (het huidige Transvaalplein) vond ontwikkeling plaats. Tot de invoering van de Woningwet in 1901 gebeurde dit zonder een vooraf vastgesteld plan. De wet verplichtte grotere steden voorschriften op te stellen op het gebied van stratenaanleg, minimale afmetingen van woonruimten en hygiëne. Het feitelijk bouwen van woningen bleef echter in eerste instantie een particuliere aangelegenheid, waarvoor onder andere de R.K. Woningbouwvereeniging Sint-Joseph (1913) en de Tilburgsche Bouwvereeniging (1916) werden opgericht. Pas in 1917 kwam de Gemeentelijke Woningdienst tot stand. De sociale woningbouw eindigde echter al weer in 1925, toen de geldkraan door de landelijke overheid werd dichtgedraaid. De economische crisis van de jaren dertig maakte verdere bezuinigingsmaatregelen noodzakelijk.

In het Algemeen Uitbreidingsplan van Rückert uit 1918 was de aanleg van het Wilhelminakanaal een belangrijk element. In het plan was eveneens vastgelegd dat in het oosten van de stad een bedrijventerrein zou komen dat via een insteekhaven met het kanaal werd verbonden. De Piushaven had een grote aantrekkingskracht op de bedrijvigheid in Tilburg. In de jaren dertig vestigde onder andere de Textielfabriek AaBe zich in de nabijheid van de haven. Inmiddels is veel van de industrie verdwenen en ontwikkelt de gemeente het gebied tot een woonlocatie, waarvan de eerste resultaten al zichtbaar zijn.

Op basis van het Uitbreidingsplan kwamen tot aan de Tweede Wereldoorlog binnen de ringbaan kleine, besloten woonbuurten tot stand, die zich kenmerken door een centraal plein en geknikte woonstraten. Elke inkomensklasse kreeg een eigen plek. Afhankelijk van de welvaart van de bewoners waren de buurten ruimer of minder ruim van opzet. Voor de meer welgestelden werd in het oosten van Tilburg vanaf 1927 de villawijk Armhoefse Akkers aangelegd.

Na de Tweede Wereldoorlog was de vraag naar woningen groot. In korte tijd werden zeer veel woningen gebouwd, waaronder Maycrete-noodwoningen, onder andere langs de Ringbaan-Zuid, en systeembouwwoningen van het Airey-systeem in de wijk Jeruzalem. De huizen werden gebouwd met een levensverwachting van vijftien tot vijfentwintig jaar, maar voldoen na ingrijpende renovaties nog steeds. Voor het eerst werd er ook geëxperimenteerd met etagebouw, waarvan ontwerpen langs de Ringbaan van S.J. van Embden en M.F. Duintjer in de jaren vijftig de eerste resultaten waren.

In de jaren tachtig en negentig richtte het stadsbestuur zich op het verbeteren van het imago van de stad om bedrijvigheid en onderwijsinstellingen aan te trekken. Hoogbouwprojecten als Interpolis en het Cenakel zijn in Tilburg Zuid voorbeelden van deze ambitie. Karakteristieke industriële en kerkelijke gebouwen, die voorheen nog werden gesloopt, werden vanaf nu ingezet om het aanzien van de stad te verbeteren. Vanaf het eind van de jaren negentig richtte de stadsvernieuwing zich niet alleen op de renovatie van woningen, maar op de woonomgeving als geheel. Bij de herstructurering van de Uitvinders- en Zeeheldenbuurt zijn in de eerste tien jaar van deze eeuw kleine eengezinswoningen vervangen door stedelijker woonvormen in een ruimere opzet.

Tot 1965 kende Tilburg relatief veel open plekken omdat de verschillende dorpen waaruit de stad is ontstaan nog niet volledig aan elkaar waren gegroeid. Er was daarom de ruimte om wegen breed op te zetten en ook het openbare groen was ruim bemeten. Via zijn vriend Auke Komter, die bij de gemeente werkzaam was als stedenbouwkundige, kreeg Duintjer de mogelijkheid een deel van deze open ruimte binnen de ringweg in te vullen.

lees meer

De zogenaamde Airey-woningen zijn misschien wel hét symbool van de wederopbouwarchitectuur. Om na de Tweede Wereldoorlog aan de grote vraag naar woningen te kunnen voldoen, werd overal in Nederland gebruikt gemaakt van rationele, seriematige systeembouw. Gemeenten mochten jaarlijks slechts een beperkt aantal woningen bouwen, maar wanneer gebruik gemaakt werd van een bouwsysteem, dan mochten dat er meer zijn. Het uit Engeland afkomstige Airey-systeem, waarop H.T. Zwiers en J.F. Berghoef een Nederlandse licentie hadden, was een van de meest succesvolle. Het bestaat uit een skelet van beton en staal dat is bekleed met een onafgewerkte betonplaat. De ramen en dakspanten zijn van staal en de vloeren van hout, net als het dak dat van een bitumen afdekking is voorzien.

lees meer

Vanaf 1946 ontwierp Jos. Bedaux verschillende gebouwen voor het omvangrijke Fatima-complex aan het Leijpark. Het was een van de grootste bouwopdrachten uit zijn vroege carrière en omvatte onder andere een fraterklooster, een kerk, een jongens- en meisjesschool, een verpleeghuis, een parochiehuis, een gymzaal en enkele rijen woningen. Ouderenpension St. Jozefzorg aan de Ringbaan-Zuid is het meest markante onderdeel van het complex.

lees meer

De Piushaven, een insteekhaven van het Wilhelminakanaal, had een grote aantrekkingskracht op de bedrijvigheid in Tilburg. Een graan- en meelhandel liet hier dit kantoor- en opslaggebouw met dubbel woonhuis bouwen, in een aan de Amsterdamse School verwante stijl.

lees meer

Deze voormalige Rijks Hogere Burger School ‘Koning Willem II’ verving de HBS die van 1866 tot 1934 gevestigd was in het Paleis-Raadhuis. Het gebouw is een van de weinige vooroorlogse voorbeelden van het in het Algemeen Uitbreidingsplan opgenomen concept van opvallende bouwwerken langs de Ringbaan.

lees meer

Deze villa, met de bijnaam ’t Witte Huis, is in Tilburg het meest pure voorbeeld van de Nieuwe Zakelijkheid. Het witgeschilderde, betonnen woonhuis bestaat uit een blokvormige bouwmassa met platte daken. Op het dak staat een paviljoenachtige opbouw met een licht hellend tentdak. Rondom de villa is een betonnen muur geplaatst.

lees meer

Klooster Ave Maria is gebouwd voor de Franse Zusters van de Mariacongregatie uit Asten. Van 1921 tot 1930 was ook het St. Odulphuslyceum in het gebouw gevestigd. Later werd het klooster een missiehuis van de Paters Oblaten. Vanaf 1970 deed het gebouw onder andere dienst als bejaardenhuis, daklozenopvang en Academie van Bouwkunst. Een brand in 2000 verwoestte het complex, op de voorgevel en karakteristieke traptorens na.

lees meer

Deze O.L.V. Moeder van Goeden Raad was de eerste kerk die Van der Valk ontwierp en was tevens een van zijn belangrijkste bouwopdrachten. Enkele jaren later kreeg hij ook de opdracht om een stedenbouwkundig plan te maken voor het gebied ten zuiden van de kerk.

lees meer

Na de dood van Koning Willem II kreeg textielfabrikant Caspar Houben de beschikking over een deel van diens eigendommen, de zogenaamde ‘Koningshoeven’ in het zuidoosten van Tilburg. Houben liet hier, vlakbij zijn wolververij aan het riviertje de Leij, een eclectische villa bouwen. De gevelopbouw, blokbepleistering, leien dakbedekking en zinken oeuil-de-boeuf vensters verwijzen naar de Franse barok.

lees meer